Hoog tijd om de stand van zaken en de ontwikkelingen rond Box 3 weer eens op een rij te zetten. De wetgever heeft inmiddels diverse rechtshersteloperaties opgetuigd en de Hoge Raad heeft ook weer enkele belangrijke arresten gewezen. Aan het einde enkele praktisch tips.
Box 3: Van forfaitair rendement naar rechtsherstel
Hoe zat het ook al weer? Het oorspronkelijke systeem (2001-2016)
Box 3 werd in 2001 ingevoerd als belasting op inkomsten uit vermogen. Het systeem werkte met een forfaitair rendement: de wetgever ging ervan uit dat vermogen een bepaald rendement opleverde, ongeacht het werkelijke rendement. Tot 2017 gold een vast forfaitair rendement van 4% over de rendementsgrondslag (het vermogen minus een heffingsvrij vermogen).
Het Kerstarrest (24 december 2021)
De Hoge Raad deed op 24 december 2021 een baanbrekende uitspraak waarin werd geoordeeld dat het forfaitaire rendementstelsel in strijd was met het eigendomsrecht (artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM).
Kernpunten van het arrest:
- Het verschil tussen het forfaitaire rendement en het werkelijk behaalde rendement was te groot
- Vooral spaarders werden onevenredig zwaar getroffen omdat het forfaitaire rendement veel hoger lag dan spaarrentes
- Er was sprake van een individuele en buitensporige last
Rechtshersteloperaties
Eerste rechtshersteloperatie (jaren 2017-2022): Na het Kerstarrest moest de Belastingdienst massaal bezwaren en rechtszaken afhandelen. Belastingplichtigen kregen de mogelijkheid om:
- Bezwaar te maken tegen hun aanslag
- Aanspraak te maken op herstel als het werkelijke rendement lager was dan het forfaitaire rendement
- Dit gold voor de jaren 2017 t/m 2022
Probleem met de overgangsregeling: De overgangsregeling die in 2023 inging, bleek ook onhoudbaar. De Hoge Raad oordeelde in december 2023 wederom dat het systeem in strijd was met het EVRM.
Tweede rechtshersteloperatie (2023): Ook voor het jaar 2023 kwam er een rechtshersteloperatie waarbij het werkelijke rendement de maatstaf werd.
Nieuw Box 3-stelsel (vanaf 2026)
De wetgever werkt aan een nieuw stelsel dat vanaf 2026 moet gelden, waarbij:
- Het werkelijke rendement wordt belast in plaats van een forfait
- Dit moet leiden tot een rechtvaardiger systeem
- De praktische uitvoerbaarheid blijft een uitdaging
Belangrijke jurisprudentie Hoge Raad over Box 3
1. Wat behoort tot het Box 3-vermogen?
Onroerende zaken:
- Eigen woningen vallen niet in Box 3 maar in Box 1
- Tweede woningen, vakantiehuizen en beleggingspanden vallen wel in Box 3
- De WOZ-waarde vormt de grondslag
Banktegoeden en spaargeld:
- Alle bankrekeningen (binnen- en buitenland) behoren tot Box 3
- Ook deposito’s en spaarrekeningen
Beleggingen:
- Aandelen, obligaties, beleggingsfondsen
- Cryptovaluta worden door de Belastingdienst ook tot Box 3 gerekend (jurisprudentie hierover is nog beperkt)
Ondernemingsvermogen:
- Aanmerkelijk belang (AB, minimaal 5% aandelen in een BV) valt in Box 2, niet in Box 3
- Vermogen van een eenmanszaak of VOF valt in Box 1, niet in Box 3
2. Schulden en verplichtingen
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat:
- Aftrekbare schulden: privéschulden die verband houden met Box 3-vermogen (zoals hypotheek op tweede woning)
- Niet-aftrekbaar: studieschulden, consumptief krediet (tenzij aangewend voor Box 3-vermogen)
- Het “schuldig blijven” aan eigen BV wordt kritisch bekeken en is vaak niet aftrekbaar
3. Peildatum en waardering
- Peildatum: 1 januari van het belastingjaar
- Waardering gebeurt tegen waarde in het economische verkeer
- Voor beursfondsen: de beurskoers
- Voor onroerend goed: de WOZ-waarde
4. Lijfrenten en pensioenrechten
De Hoge Raad heeft herhaaldelijk bevestigd dat:
- Oudedagsvoorzieningen (pensioen, lijfrenten) niet tot Box 3 behoren
- Deze worden pas belast bij uitkering (Box 1)
- Dit geldt ook voor aanspraken op basis van buitenlandse pensioenregelingen
5. Middeling en persoonsgebonden aftrek
- De Hoge Raad heeft geoordeeld dat middeling (het uitsmeren van inkomen over meerdere jaren) niet mogelijk is voor Box 3
- Verliezen in Box 3 zijn niet verrekenbaar met andere boxen
Actuele discussiepunten
Uitvoeringsproblemen:
- De rechtshersteloperaties hebben geleid tot enorme werkdruk bij de Belastingdienst
- Veel belastingplichtigen wachten nog op afhandeling van hun bezwaren
Politieke discussie:
- De vermogensongelijkheid staat centraal in het debat
- Voorstellen variëren van een vermogensbelasting tot aanpassing van het Box 3-tarief
Europese context:
- Nederland moet voldoen aan EVRM-normen
- Andere Europese landen kennen verschillende systemen (vermogensbelasting, vermogenswinstbelasting)
Praktische gevolgen voor belastingplichtigen
- Controle van aangiften 2017-2023: Belastingplichtigen kunnen nog steeds bezwaar maken als zij teveel hebben betaald
- Administratieplicht: Voor het nieuwe stelsel moeten belastingplichtigen beter hun werkelijke rendementen bijhouden
- Overweging vermogensstructuur: Door de ontwikkelingen overwegen vermogenden hun vermogensstructuur (BV, vastgoed, buitenland)
De Box 3-problematiek is nog niet opgelost en zal de komende jaren blijven leiden tot juridische procedures en wetgeving.